Boren met Bijl

Nieuws

Episode 5: dansende petrologen

Tjonge, de laatste weken waren wel goed heftig, zeg. Mooi heftig, dat wel. Op de boorplek in het Transkei Basin (dus naast het Agulhas Plateau) hebben we een hele tijd geboord, tot bijna een kilometer in de oceaanbodem. Met de 4600 meter waterdiepte hing er dus een totaal van 5600 meter pijpleiding aan de boot! Dat is wel echt fors veel. Geen record, maar wel richting de limiet. De onderste 600 meter van de oceaanbodemmodder die we daar hebben aangeboord bestond uit organisch-rijke klei, en dus moest ik vol aan de bak met het analyseren van de organische microfossielen. Ik heb meer dan een week lang extra lang gewerkt om een beetje bij te blijven met de boorkernen die omhoog kwamen. Het was geweldig. Prachtig materiaal om na de expeditie vervolgonderzoek op te doen. Maar na die ruime week was ik echt naar z’n grootje, om het maar eens plat te zeggen, door slaapgebrek en spierpijn. Ik heb een aantal goede nachten geslapen en dan kan je er wonderwel weer goed tegenaan. De afgelopen dagen hebben we heel hard gewerkt om de rapporten van die boorplek te schrijven, figuren te maken en tabellen op te stellen, en hebben we veel overleg gepleegd met de labgroepen om de bevindingen te delen.

Rapporten schrijven kan je natuurlijk ook in het zonnetje

Maar toen wachtte al snel de volgende en tevens laatste boorplek, terug op het Agulhas Plateau. We hebben daar maar kort kunnen boren, want er was bijzonder slecht weer op komst. Maar, de boorkernen die we hebben kunnen nemen brachten ons wel in het basement! We hebben daarmee voor het eerst een goed vers stukje van het vulkanisch gesteente van het Agulhas Plateau kunnen bemachtigen. Dat kan na de expeditie worden gedateerd, waardoor we weten hoe oud het vulkanisme op het Agulhas Plateau was, en dat was toch een van de belangrijkste doelen van de trip. En wat doet dat met de “ignenous pretologists”? Die stonden letterlijk te dansen rond de kerntafel: “oh, look a this!” “and see, this is great!” “and we even have so and so!” als kinderen in de Efteling. Mooi om te zien. Daarover gesproken, de “micropaleontologists” kunnen er ook wat van. Als je op een werkdag stiekem in het microscopenlab binnenschuifelt hoor je ze zachtjes door hun microscoop tegen hun microfossielen praten: “hallo, wie ben jij?” “Oei, wat is er met jou gebeurd?” “hee jou heb ik nog nooit gezien!”. Noem het vakdeformatie, ik beschrijf het als opperste concentratie.

Die concentratie zakt weg wanneer je 2.5 dag moet wachten met boren omdat er een storm langsraast. Dan is iedereen moe, en is het belangrijk om de sfeer erin te houden. Met een grappig muziekje bijvoorbeeld. Gelukkig hebben we in alle labs de mogelijkheid om eigen muziek op te zetten, en dan hoor je de mafste dingen langskomen, omdat we natuurlijk zo’n divers gezelschap zijn. Dus Duitste slagers, Nederlandse hiphop, Engelse metal, Zuid-Afrikaanse volks- en Amerikaanse Disneyfilmmuziek, alles komt langs.

Op het moment van schrijven gaat de storm liggen en stomen wij terug naar de laatste boorplek, want we willen nog wel ietsjepietsje meer basement mee naar huis. Hopelijk kunnen we de igenous petrologists dan weer zien dansen rond de core table.

Zo zien blije petrologen er in het echt uit